In de haven van Rotterdam wordt een groot onderzoek gedaan naar de aanleg van zogeheten walstroom, waarbij zeeschepen die in de haven zijn aangemeerd stroom vanaf de kade geleverd krijgen. Daarmee hoeven ze niet hun eigen generatoren die voornamelijk op diesel draaien te gebruiken om het schip van stroom te voorzien. Walstroom is daarmee veel minder vervuilend.
Allard Castelein, topman van het Havenbedrijf Rotterdam, benadrukt in een toelichting dat de uitrol van walstroom voor zeevaart complex is. Niet alleen gebruiken schepen doorgaans een grote hoeveelheid stroom, ook niet alle schepen hebben de juist aansluiting aan boord om gebruik te kunnen maken van walstroom.
Hij wijst er ook op dat reders willen dat andere havens walstroom gaan aanbieden om investeringen aan aanpassingen te rechtvaardigen. Rotterdam werkt bij de ontwikkeling van walstroomfaciliteiten daarom samen met andere grote Europese havens als Antwerpen, Hamburg en Le Havre.
Volgens een berekening van het Havenbedrijf is de totale energiebehoefte, en dus het verbruik, van zeeschepen in de haven circa 750-850 gigawattuur per jaar. Dat staat gelijk aan de stroombehoefte van ongeveer 250.000 huishoudens. Als schepen die aan de kade liggen aan de stekker gaan is er volgens de haven veel te winnen op het gebied van luchtkwaliteit, leefbaarheid en klimaat.
Het onderzoek bij de terminals in de Rotterdamse haven bij ECT, APMT2, Vopak en Cruiseport Rotterdam omvat onder andere technische, milieu- en sociale kosten-batenstudies. Daarnaast gaat het om aanbesteding- en vergunningsprocedures. De onderzoeken moeten in 2023 zijn afgerond. Daarna moeten de walstroom installaties worden aangelegd.
De binnenvaart in Rotterdam maakt al jaren gebruik van walstroom in de haven. Ook de terminal van Stena Line in Hoek van Holland heeft een stekker voor de veerboot. Voor het onderzoek krijgt het havenbedrijf 1,3 miljoen euro subsidie vanuit Brussel. De gemeente Rotterdam en het Havenbedrijf leggen samen ook 1,3 miljoen euro in.
Door: ANP